Waar gaat het precies over? Een voorbeeld dat uit het leven gegrepen is, maakt veel duidelijk: De zeug van boer Joël raakt niet meer zwanger. De veearts kan niet meteen een oorzaak vinden. Tot blijkt dat in het veevoer een hormoon aanwezig blijkt te zijn dat het dier onvruchtbaar maakt. De leverancier, Verdacht Veevoer NV, blijkt het niet zo nauw te nemen met de regels rond de samenstelling van het voedsel. En dat is niet het enige waar het bedrijf mee kampt. De politie had al inbreuken op geurhinder vastgesteld, de sociale inspectie had het bedrijf betrapt op zwartwerk, de milieu-inspectie had melding gemaakt van illegale lozingen van afval, de vergunningen voor de gebouwen waren niet in orde... Verdacht Veevoer NV deed zijn naam alle eer aan in ieder opzicht. En toch kon het jarenlang zijn gang gaan. Waarom? De verschillende controlediensten waren niet op de hoogte van de vaststellingen van collega’s. Iedereen werkte op zijn eigen eiland waardoor er nooit een totaalbeeld is ontstaan van de talrijke problemen van het bedrijf. Met die onvolledig puzzel wil Handhaving komaf maken.
Hubert Bloemen en Paul Vansant zijn in 2016 aan de slag gegaan met het uitwerken van een kaderdecreet dat alle procedures rond Vlaamse handhaving moest stroomlijnen. Met de middelen die Vlaams minister van Justitie Demir investeerde in het Agentschap Justitie en Handhaving, konden ze zich ook richten op digitalisering van de verschillende vaststellingen. Een evolutie die ervoor zorgt dat informatie-uitwisseling en samenwerking tussen handhavingsdiensten mogelijk wordt.
Het kaderdecreet Vlaamse handhaving
Met welke ambities zijn jullie aan het project begonnen?
Bloemen: “We zagen snel twee pijnpunten. Langs de ene kant merkten we dat er nauwelijks gehandhaafd werd op strafrechtelijk niveau. In het domein Omgeving bijvoorbeeld, is de kans dat een misdrijf effectief bij de rechter komt amper 6 procent, omdat de werklast van de parketten te groot is. Laat ons eerlijk zijn, dan doe je niet aan handhaving. Er moest een alternatief parcours zijn: het bestuurlijk niveau, waarbij gemeenten en provincies bevoegd zijn om sancties zoals boetes of maatregelen op te leggen. Anderzijds gaat er veel informatie verloren en is er een gebrek aan efficiëntie omdat de verschillende handhavingsdiensten totaal niet met elkaar communiceerden en volgens verschillende procedures werkten. Elke dienst zat op zijn eigen eiland in zijn eigen materie, terwijl die regelgeving wel wordt toegepast op burgers en bedrijven die dat dienen te kennen. Van die verkokering en complexiteit moeten we af.”
Vansant: “We zijn op drie vlakken aan de slag gegaan om die problemen aan te pakken. Als eerste hebben we op het strafrechtelijke spoor prioriteiten gesteld met de parketten: welke dossiers moeten ze absoluut behandelen? Ten tweede hebben we voor het bestuurlijke spoor een kaderdecreet uitgewerkt om die hele procedure te stroomlijnen. En als laatste digitalisering, om samenwerking en efficiëntie te bevorderen.”
Hoe begin je aan zo’n opdracht?
Bloemen: “We zijn met veel entiteiten gaan praten: hoe zit jullie regelgeving in elkaar? Wat doe je ermee? Welke ICT-toepassingen zitten erachter? In 2019 hadden we een eerste kaderdecreet om daar een lijn in te proberen trekken, maar dat document was nog te beperkt, en we botsten op redelijk wat weerstand. Bij sommige beleidsdomeinen bestond het idee dat het niet mogelijk was om een eenvormige aanpak te creëren, dat hun materie te specifiek is. Na het ontstaan van het Agentschap Justitie en Handhaving kwam er pas een doorbraak. In één keer waren dingen mogelijk die voordien heel moeilijk waren.”
Vansant: “Die inkanteling van het project in het agentschap bracht continuïteit, geloofwaardigheid, en ook financiële middelen die we voordien niet hadden. Zo konden we toch heel wat ambities waarmaken.”
Nu is er een nieuw kaderdecreet.
Vansant: “Klopt, nieuw en ambitieuzer. Het is de bedoeling om alle procedures rond bestuurlijke handhaving te stroomlijnen.”
Bloemen: “Als een inspectiedienst een pv opstelt, zal dat – als er ingetekend wordt op het kaderdecreet - automatisch zowel naar het parket als naar het bestuurlijk niveau gestuurd worden, dat drie maanden moet wachten om iets te ondernemen in afwachting van de beslissing van het parket. Als het parket in die drie maanden geen actie onderneemt, kan er daarna bestuurlijk vervolgd worden en dus een boete of maatregel uitgesproken worden. Op die manier vermijd je dat dossiers op het parket blijven hangen.”
Vansant: “In het kaderdecreet vind je dus niet voor elke materie wat mag en niet mag, en welke sancties er op welke inbreuken staan. Wij kunnen niet zeggen hoe je een dopingbeleid voert bijvoorbeeld. Het decreet tekent uit wat tussen de inbreuk en de sanctie gebeurt.”